De Iers-Engelse schrijver C. S. Lewis (1898-1963) werd vooral bekend als schrijver van fantasy (Narnia-serie), sciencefiction (Ransom-trilogie) en populaire theologie ('Brieven uit de hel', 'Onversneden christendom', 'Wonderen', 'De vier liefdes', en meer). In het Nederlands verschenen meer dan dertig titels van zijn hand.
Al die boeken schreef hij in zijn vrije tijd. Dat Lewis nog meer te bieden heeft, is ook zijn trouwste lezers soms nauwelijks bekend. Tientallen jaren doceerde hij oude Engelse literatuurgeschiedenis, eerst in Oxford, later als hoogleraar in Cambridge. Bij dat werk en op andere manieren maakte hij als schrijver en spreker voortdurend gebruik van een bijzonder talent. Lewis had niet alleen buitengewoon veel gelezen, hij had ook de flair en het vermogen om anderen van zijn belezenheid te laten meegenieten en meeprofiteren.
Zoals in deze bundel. Van grote namen als Tolkien en Orwell tot vergeten grootheden als Eddison en Rider Haggard, van oude knarren als Spenser en Dante tot sciencefiction-schrijvers als Arthur C. Clarke en Ray Bradbury, van grammaticales tot sprookjes en mythen: Lewis weet er telkens in weinig woorden iets glashelders en belangrijks over te zeggen. Op verzoek schreef Lewis af en toe ook iets over zijn eigen werk. Nieuwe en oude Lewis-lezers worden er wijzer van. De ontlezing voorbij.
De vertaler schreef een inleiding over de manier waarop deze relatief onbekende kant van Lewis verbonden is met zijn bekendere werk.
Over Tolkien en The Lord of the Rings:
'Wie beslist wil weten wat de moraal van het verhaal is, is dat de moraal: een oproep om zowel een gemakzuchtig optimisme als een weeklagend pessimisme te verwisselen voor het harde, maar nét niet wanhopige inzicht in ’s mensen onveranderlijk hachelijke situatie, waar heroïsche tijden van leefden.'
Over George Orwell:
'De geweldige zin ‘Alle dieren zijn gelijk maar sommige dieren zijn meer gelijk dan anderen’ bijt dieper dan heel Nineteen Eighty-Four.'
Clive Staples Lewis was born in Ireland, in Belfast on 29 November 1898. His mother was a devout Christian and made efforts to influence his beliefs. When she died in his early youth her influence waned and Lewis was subject to the musings and mutterings of his friends who were decidedly agnostic and atheistic. It would not be until later, in a moment of clear rationality that he first came to a belief in God and later became a Christian.
C. S. Lewis volunteered for the army in 1917 and was wounded in the trenches in World War I. After the war, he attended university at Oxford. Soon, he found himself on the faculty of Magdalen College where he taught Mediaeval and Renaissance English.
Throughout his academic career he wrote clearly on the topic of religion. His most famous works include the Screwtape Letters and the Chronicles of Narnia. The atmosphere at Oxford and Cambridge tended to skepticism. Lewis used this skepticism as a foil. He intelligently saw Christianity as a necessary fact that could be seen clearly in science.
"Surprised by Joy" is Lewis's autobiography chronicling his reluctant conversion from atheism to Christianity in 1931.
... Show more